HOE HET ALLEMAAL BEGON……DEEL 1
Vóórdat de oprichting van een voetbalclub in het kerkdorp Pey een feit was, voetbalden diverse jongeren uit deze parochie bij een van clubs in Echt. In die tijd werd er gespeeld op een terrein dat de naam “De Koel” droeg en gelegen was in het gehucht Schilberg. Alras stak een aantal Peyenaren de koppen bij elkaar en in december 1919 meende men zover te zijn dat kon worden overgegaan tot de oprichting van een nieuwe voetbalclub: P.S.C. ofwel de Peyer Sport Club. Het eerste bestuur werd gevormd door voorzitter de heer L. Vergoossen, secretaris-penningmeester Jacques Cuypers en de leden Th, Turlings, H. Verstraeten, H. Salentijn, A. Lausen, en J. Heymans. De eerwaarde heer Mooren werd de eerste geestelijk adviseur en het clublokaal werd gevestigd in Café Wed. J. van Neer bij de kerk in Pey. De wedstrijden werden gespeeld op de landerijen nabij Hoeve “De Horst”. Diverse bestuursleden (o.a. Turlings, Lausen en Cuypers) maakten tevens deel uit van de selectie. Helaas was de nieuwe vereniging geen lang leven beschoren. De lasten werden te zwaar en er zat niets anders op dan tot liquidatie over te gaan. Door de verkoop van de bezittingen en de opbrengst van een toneeluitvoering (!!!) konden de schulden worden voldaan en stierf P.S.C. in 1923 een zachte dood.
In 1926 slaat een aantal Peyer knapen de handen echter wederom in elkaar en is de heroprichting van P.S.C. een feit. Als clublokaal gaat de horecalokaliteit van J. Oelers sr. dienst doen en de wedstrijden worden wederom bij Hoeve “De Horst” afgewerkt. Een jaar later wordt er in Pey zelfs een tweede voetbalclub opgericht die gaat spelen onder de naam Rood-Wit en domicilie koos bij Café Van Wegberg aan de Pepinusbrug. In 1928 wordt in de kleine kern Hingen zelfs een 3e voetbalvereniging opgericht: F.C.H. Deze kreeg haar clublokaal bij de heer W. Hover. Het voetbalterrein was gelegen nabij natuurgebied Kranenbroek. F.C.H. bezat een geheel eigen identiteit in de kleine gemeenschap en had, naar later zou blijken, dan ook de grootste moeite met de op moment aan de orde zijnde fusie tussen de Peyer verenigingen. Er heerste een geweldige rivaliteit tussen de drie verenigingen onderling. Bij derby’s bereikten de emoties van het publiek soms ongekende hoogten, maar de spelers maakten er ondanks de enorme spanning en de grote belangen meestal toch een sportieve en eerlijke wedstrijd van. Rond 1930 ging het niet meer zo goed met de drie verenigingen. Gebrek aan spelers en leiders waren de hoofdfactor voor het verval. Bestuursleden, spelende leden en zelfs supporters begonnen voorzichtig over een fusie tussen P.S.C., Rood-Wit en F.C.H. te praten. Op 17 juli 1931 was het dan ook ome Driek Jeuken die een eerste gecombineerde bestuursvergadering bijeen riep. Besloten werd om op zondag 19 juli 1931, na de Hoogmis (!!), een gecombineerde ledenvergadering te houden in het Patronaat in Pey. Op deze vergadering schitterde F.C.H. door afwezigheid. In Hingen zag men een fusie blijkbaar (nog) niet zitten. Na zalvende en stichtende woorden van geestelijk adviseur Pinckaerts was de kogel al snel door de kerk en was de fusie tussen Rood-Wit en P.S.C. in principe een feit. De dag waarop een definitief fundament voor een nieuwe vereniging gelegd zou worden was nabij. Op 2 augustus 1931 werd onder grote belangstelling, maar nog steeds zonder F.C.H., overgegaan tot de oprichting vaan een nieuwe vereniging: R(ooms) I(n) O(nze) S(port)!!
Over de precieze betekenis van de afkorting R.I.O.S. is altijd verwarring geweest. Was het nu Rooms Is Onze Sport of Rooms In Onze Sport? Op het inschrijfbiljet voor de R.K. Limburgse Voetbal Bond is sprake van Rooms Is Onze Sport en ook in het Gedenkboek ter gelegenheid van het 5 jarig bestaan wordt deze betekenis aan de afkorting toegekend. Opvallend is echter dat in het Gedenkboekexemplaar dat zich in het archief bevindt het woordje Is consequent met de pen is gewijzigd in In. Omdat met name de media het steeds vaker hadden over RIOS in plaats van over R.I.O.S. is bij de buitenwacht het idee ontstaan dat het hier gaat om een eigen naam (waarvan men de betekenis niet kende!) en niet om een afkorting.
Besloten werd om als clubkleuren een rode trui en witte broek te gaan voeren. Het clublokaal bleef bij de heer J. Oelers sr. en het speelveld kwam naast de lokaliteit van de heer H. Jeuken te liggen. Zijn café deed dienst als kantine en werd tevens gebruikt als kleedaccommodatie. De eerste internationale wedstrijd werd op 23 augustus 1931 gespeeld en wel tegen Sportfreunde ’06 uit Mönchengalbach. De Peyenaren werden getrakteerd op een afgetekende 6-3 nederlaag. Het was R.I.O.S.-speler Sjang Engelen die het allereerste doelpunt scoorde voor de nieuwe vereniging. Deze speler zou zich in de loop der tijd trouwens gaan ontpoppen als een regelrechte goalgetter. Aan het einde van het eerste seizoen prijkte R.I.O.S. fier aan kop in de Overgangsklasse D en mocht men zich binnen een jaar na oprichting al kampioen noemen.
Met wisselende resultaten stevende R.I.O.S.’31 op haar eerste lustrum af. Dit werd gevierd op 22 en 23 en 30 augustus 1936. Het feestprogramma was sober en opmerkelijk. Op zaterdag 22 augustus werd er om 20.00 uur een rondtocht door Pey gemaakt. Op zondag 23 augustus 1936 gaan de leden om 07.00 uur de H. Communie tot zich nemen in de kerk en om 10.00 uur keren zij daar weer terug voor een h. mis ter intentie van de overleden en levende leden. ’s Middags wordt een jubileumwedstrijd gespeeld tegen E.V.V. en ’s avonds vindt er een gezellig samenzijn plaats in clublokaal Oelers. Op zondag 30 augustus stond een groot voetbaltoernooi op het programma waar voor die tijd bijzondere prijzen te winnen waren: doelnetten, kousen, voetballen, trui’s en koffertjes.
Niet lang na de viering van het eerste lustrum kondigde de Tweede Wereldoorlog zich aan en die is ook aan R.I.O.S.’31 niet voorbij gegaan. Sinds het begin van de oorlog op 10 mei 1940 werden alle activiteiten op een laag pitje gezet of helemaal geschrapt. Na de bevrijding werd de draad langzaam weer opgepakt.
Een zaak waarin R.I.O.S. in die jaren ook een rol van betekenis speelde, maar die bij velen niet bekend zal zijn, is de oprichting van voetbalvereniging Slekker Boys. Vanuit de kern Slek werd op 25 april 1946 een verzoek om toelating ingediend bij de afdeling Limburg van de N.V.B. Deze aanvraag werd in mei 1946 in het Officieel Orgaan gepubliceerd en hiertegen konden binnen 14 dagen bezwaren worden ingediend. R.I.O.S. maakte van deze mogelijkheid gebruik. Ook binnen het Bondsbestuur vroeg men zich af waar het naar toe moest in de gemeente Echt. R.K.V.V.B. (Berkelaar) was net toegelaten tot de bond als lid en nu stonden Slekker Boys en Putbroek te dringen om aan de bak te komen. Dat zou betekenen dat de gemeente Echt negen clubs zou gaan herbergen en dat vond het Bondsbestuur ook een beetje veel van het goede. Het verzoek om toelating van de Slekker Boys werd dan ook afgewezen. Het toenmalig Tweede Kamerlid Jan Peters uit Roosteren en pastoor Cramer uit Pey gingen zich met de zaak bemoeien en die kregen het spits dat Sleker Boys alsnog tot de bond werd toegelaten. De toelating van Slekker Boys tot de afdeling Limburg van de N.V.B. werd uiteindelijk op 30 augustus 1946 ondertekend.
HET CLUBLIED
Of R.I.O.S. ooit een officieel clublied heeft gehad is moeilijk te achterhalen. In de analen komt een zestal verschillende varianten voor met telkens een tekst op bestaande melodieën. Er is een product bij dat de naam “R.I.O.S.-Clublied” draagt. Op de melodie van het Limburg Volkslied is de volgende tekst bedacht in het 2e couplet:
“Wie haar leus terdege kent,
Rooms In Onze Sport.
Weet dat zij aan dit devies,
Nergens doet tekort.
Rooms bij het werk en rooms bij het spel,
Rooms in merg en bloed.
Dat is de Peyer voetbalclub,
R.I.O.S. onze groet!”
Op de melodie van “Lily Marleen” is ooit een dialecttekst vervaardigd en daarvan luidde het 1e couplet als volgt:
“ Oos Pej det haet ein klupke,
R.I.O.S. det is de naam.
Ze doon zich alle meutje, óm te prieke baovenaan.
Ze vechte óm ein puntje, ieërlik en oprech
Verleze geien mood, al geit ’t auch ‘ns slech
Al geit ’t auch ‘ns slech,
Al geit ’t auch ‘ns slech”.
De overige “clubliederen” waren geschreven op melodieën als “Zie de boerinnekes”, “Hup Holland Hup”, “Wie in januari geboren is” en “Trink Brüderlein”. Het in de loop der jaren meest gehoorde “clublied” is echter “Witte broek en rode trui”. Maar dit is gemeengoed en wordt door vrijwel alle verengingen gezongen. De clubkleuren worden dan naar gelang aangepast. Eenvoudiger kan niet!
Op 23 en 24 januari 1949 vierde R.I.O.S. haar 25-jarig bestaan en dat viel met name bij de K.N.V.B. niet in goede aarde. Dit feest had in 1946 gevierd moeten worden want R.I.O.S. was immers in 1931 opgericht, aldus de K.N.V.B. De Tweede Wereldoorlog was blijkbaar aan de voetbalbond voorbij gegaan!! R.I.O.S. vierde gewoon haar jubileum op de door haar geplande data. Op zondag 23 januari stond een h. mis op het programma plus het maken van een groepsfoto en het houden van een receptie. Op maandag 24 januari was het tijd voor een feest- en balavond inclusief loterij. De oplettende lezer zal zich afgevraagd hebben: hoe is dat mogelijk? In 1931 opgericht worden en in 1946 het 25-jarig bestaansfeest vieren? Had dat niet pas in 1956 moeten gebeuren? Volkomen correct! Ook het bestuur uit de midden 40-er jaren van de vorige eeuw was blijkbaar niet voor een gat te vangen. Om van het gezeur van de K.N.V.B. over het precieze jaartal van de viering af te geraken is iemand van het bestuur blijkbaar op het lumineuze idee gekomen om plotsklaps de oprichtingsdatum van P.S.C. (1919) te gaan hanteren. Niet erg consequent natuurlijk als men bedenkt dat het 5 jarig jubileum wel op de correcte datum (1936) was gevierd. Om de draai helemaal acceptabel te maken ging men ook niet meer uit van de oprichtingsdatum van R.I.O.S. maar van het feit dat het 25 jaar geleden was dat er in de kern Pey voor het eerst in verenigingsverband gevoetbald werd. Daar kon zelfs de K.N.V.B. blijkbaar niets tegen inbrengen! De periode van 1950 tot 1960 was voor R.I.O.S. niet echt opzienbarend. In 1950 worden door eigen leden de nodige verbeteringen aangebracht aan het speelveld aan de Brugweg. In 1956 wordt (eigenlijk voor de 2e keer) het zilveren jubileum gevierd. Van dit 25 jarig bestaansfeest is in de analen bijna niets terug te vinden. Alleen de destijds gehuldigde jubilarissen: J. H. Oelers sr., H.H. Jeuken, P.J.H. Oelers, P.J. Golsteijn, A.H. Oelers en H.H.E. Jutten. In het seizoen 1957-1958 wet het eerste team beslag te leggen op de titel in de 3e klasse C. In de beslissingswedstrijd om promotie naar de 2e klasse is Minor net een maatje te groot voor R.I.O.S. In 1958 komt het tweede speelveld aan de Brugweg gereed.
Na de uiteindelijk toch bereikte promotie naar de 2e klasse begon voor R.I.O.S. een bloeiperiode die uitgroeide tot ongekende hoogten. Pas doorgedrongen tot de 2e klasse sprak R.I.O.S. ook daar meten een duchtig woordje mee. De 2e plaats in de eindrangschikking gaf recht op het spelen van promotiewedstrijden. Onder leiding van trainer Harrie Ehlen werd thuis met 1-0 gewonnen van S.V.N. In Nieuwenhagen kreeg men echter een ferm pak voor de broek: 6-3. Er moest dus een beslissingswedstrijd aan te pas komen om uit te maken wie naar de 1e klasse mocht promoveren. Op 27 mei 1962 vond dit legendarisch treffen plaats in het Fortuna’54-stadion in Geleen.
In het seizoen 1962-1963 wordt langs het veld aan de Brugweg een staantribune gebouwd door de leden en sympathisanten. Al snel zou blijken dat dat geen overbodige luxe was. In datzelfde seizoen wordt het 2e team kampioen en promoveert naar de 1e reseve-klasse van de K.N.V.B. Een prestatie van formaat! Het seizoen 1964-1965 zal alle R.I.O.S.-leden en –supporters nog lang heugen. Nadat het eerste elftal onder leiding van trainer Peter Stephan en zijn assistent Dré Stoffels kampioen was geworden in de 1e klasse F begon op zondag 23 mei 1965 de strijd om het Landskampioenschap bij de Zondagamateurs. Dit zou het absolute hoogtepunt in de R.I.O.S.-historie gaan worden. Op zondag 11 juli 1965 werd de kroon op het werk gezet en mocht R.I.O.S. zich, na eerst Papendrecht voor circa 10.000 (!!) toeschouwers verpletterd te hebben aan de Brugweg, Landskampioen noemen. Wat er in die tijd allemaal gebeurde in Pey en omstreken is eigenlijk niet beschrijven. Dat moet je gewoon meegemaakt hebben. Trouwens, een beschrijving van een en ander zou al gauw een boekwerk opleveren ter dikte van een Konsalik-roman.
Staand van links naar rechts: Har Golsteijn, Lei Verkooyen, Ton Houben, Har Vergoossen, Frans Theunissen, Pierre Papen, Peter Stephan ( trainer )
Gehurkt van links naar rechts: Ton Golsteijn, Piet Peeters, Wil van de Ven, Wim Reinders, Jo Verkooijen.
Bij bijna alle uitwedstrijden in de strijd om het kampioenschap van Nederlands bij de zondagsamateurs werden in samenwerking met de NS extra treinen vanaf het station in Echt ingezet: de R.I.O.S.’31 Expresse. Grote animator hierachter was oud-wethouder Tinus Geraads, toen nog werkzaam bij de Nederlandse Spoorwegen. De treinreizen op zich waren al een ware happening. Honderden supporters togen vanuit Echt via het spoor naar Emmen, Arnhem, Papendrecht en Amsterdam. De reis naar Helmond werd gemaakt met een gigantische colonne bussen die in samenwerking met dagblad de Maas & Roerbode was georganiseerd.
R.I.O.S. had in de gloriejaren ook een eigen supportersclub die in heel Limburg en grote delen van de rest van Nederland bekend was. Weliswaar geen echt grote club maar wel een zeer opvallende. Getooid in rood-witte colberts en met dito hoeden en voorzien van vlaggen in de clubkleuren maakten zij bij iedere wedstrijd hun opwachting. Eigenlijk was het meer een vriendenclub waarvan de leden toevallig allemaal supporter van R.I.O.S.’31 waren. De club kwam helemaal in de schijnwerpers te staan toen na verloop van tijd een geitenbok als mascotte werd meegevoerd. Gehuld in een rood-wit kleed trok het dier bij elke wedstrijd de nodige aandacht. De geit maakte destijds zelfs de reizen met de R.I.O.S.’31 Expresse mee. De supportersclub herbergde bekende Peyenaren als Harie Giesberts, Sef Scheres, Graadje en Pietje Bogie, Joke Seegers, Pierre van Neer en Graadje Verstraeten. Een aantal jaren na het behalen van het Landskampioenschap viel de club helaas uit elkaar.
Na het behalen van het Landskampioenschap op zondag 11 juli 1965 viel de equipe van Peter Stephan en Dré Stoffels een groots onthaal te beurt in Pey en Echt. Het team werd zelfs uitgenodigd door het college van B en W voor een officiële ontvangst in het toenmalige gemeentehuis aan de Plats in Echt. De tocht richting vroede vaderen werd vanuit Pey gemaakt in open landauers en de ware triomftocht door de straten van Echt, nota bene ook nog voorafgegaan door de ‘fanfaar van Pej’, steekt veel oudere Echtenaren nu nog. In die tijd was de rivaliteit tussen E.V.V. en R.I.O.S en tussen Echt en Pey nog heel groot en het was eigenlijk ondenkbaar dat een van beide kampen activiteiten ontplooide binnen het “territorium” van de ander. Toch stonden er langs de route ook veel inwoners uit de grootste kern van de gemeente die wél in de gaten hadden welk een formidabele prestatie R.I.O.S. geleverd had en de spelers, trainers, bestuur, begeleiders en supporters viel dan ook vaak een daverend applaus ten deel.
Bij een kampioenschap en zeker bij een landskampioenschap hoort natuurlijk een receptie. Die hebben de kampioenen gehad, hun receptie! Op zaterdag 17 juli 1965 stond om 17.00 uur een schier oneindige rij mensen nabij clublokaal Oelers aan de Houtstraat in Pey. En rond het middernachtelijk uur stond er nog steeds een rij. Hoeveel personen de trotse landskampioenen zijn komen feliciteren is niet te schatten, maar het moeten er duizenden geweest zijn. Een heuse marathonzitting die tot diep in de nacht duurde. Maar ze hadden het ook verdiend, de jongens van Peter Stephan en Dré Stoffels.
Het decennium 1960-1970 is er voor voetbalvereniging R.I.O.S.’31 een geweest om nooit meer te vergeten. De kans dat een dergelijk glorietijd ooit nog eens terugkomt is zeer klein. Iedereen die al dat moois persoonlijk heeft mogen meemaken wordt vriendelijk doch dringend verzocht dit nooit meer te vergeten!
R.I.O.S.: Roemvol Is Ons Sportverleden!
EN HOE HET VERDER GING……..DEEL 2
Na de turbulente en glorieuze periode van de midden 60-er jaren kwam ook R.I.O.S.’31 in iets rustiger vaarwater terecht. Selectiespeler Hub Claessen werd gekozen in het Nederlands amateur-elftal en zijn collega Ton Houben wordt geselecteerd voor het landelijk N.K.S.-team. De neven Ton en Har Golsteyn, in de strijd om het Landskampioenschap alom gevreesde razendsnelle vleugelspitsen, waren inmiddels in beeld gekomen bij profclub Fortuna’54 uit Geleen. Zij maakten de overstap naar het profvoetbal.
In het seizoen 1967-1968 ging de voormalige MVV-prof Giel Haenen bij R.I.O.S.’31 als trainer aan de slag. R.I.O.S.’31 werd een middenmotor in de 1e klasse F van de K.N.V.B. en dat zou gedurende een aantal jaren ook zo blijven. In oktober 1968 neemt R.I.O.S.’31 een geheel in eigen beheer gerealiseerde lichtinstallatie in gebruik bij het terrein aan de Brugweg. Oud-wethouder en loco-burgemeester Sef Stassen zaliger verricht de ontstekingsceremonie. Later is deze lichtinstallatie verplaatst naar het nieuwe onderkomen in Sportpark In de Bandert waar ze nog heel wat jaartjes dienst heeft gedaan.
Nadat oud-prof Jan Notermans (o.a. Sittardia) de honneurs enige tijd als trainer heeft waargenomen bij R.I.O.S.’31 wordt deze in december 1969 opgevolgd door Harrie van Tuel uit Weert. In het seizoen 1969-1970 acteert nog steeds een groot aantal spelers uit de tijd van het Landskampioenschap in de selectie van R.I.O.S.’31.
In de begin 70-er jaren wordt de vereniging geconfronteerd met een pittige bestuurscrisis. Na een tumultueuze ledenvergadering treedt het voltallige bestuur af en wordt R.I.O.S.’31 in feite een stuurloos schip. Voorzitter Jan Klinkers helpt de zaak opnieuw op poten te zetten maar stelt zichzelf niet meer herkiesbaar voor het nieuwe bestuur. Hij heeft dan de voorzittershamer 13 jaar gehanteerd en dat is een respectabele tijdspanne. Broer Hees wordt de nieuwe voorzitter. Ook op sportief gebied begint R.I.O.S.’31 veren te laten. De bezoekersaantallen lopen terug terwijl de onderhoudskosten van de voetbalvelden de pan uitrijzen. Met kunst en vliegwerk weet men de eindjes aan elkaar te knopen. Maar op sportief gebied wil het maar niet vlotten. In het seizoen 1971-1972 gebeurt dan het onvermijdelijke: R.I.O.S.’31 degradeert na 10 jaar 1e klasse naar de 2e klasse van de K.N.V.B. Een mokerslag voor iedere rechtgeaarde Peyenaar en voor iedereen die de voetbalclub een warm hart toedraagt.
Ook 1972-1973 werd een memorabel seizoen. Niet alleen overleed toen medeoprichter en voorzitter van het eerste uur ome Driek Jeuken, ook de geliefde locatie aan de Brugweg moest op last van de gemeente na ruim 40 jaar verlaten worden. De gemeente had bedacht om in de kern Schilberg een geheel nieuw sportpark uit de grond te stampen en daar zowel R.I.O.S.’31 alsook E.V.V. te huisvesten. Voor veel R.I.O.S.-supporters was dit onoverkomelijk. Interim-trainer Thei Vergoossen wist op het nippertje degradatie naar de 3e klasse te voorkomen. In het daarop volgende seizoen flikte hij dat kunstje, samen met Dré Stoffels, nogmaals maar in het seizoen 1975-1976 is de degradatie naar de 3e klasse dan toch een feit. De bekende Sittardenaar Harrie Ehlen is op dat moment (weer) trainer bij R.I.O.S.’31 en trekt aan het einde van het seizoen zijn conclusie en stapt op.
Dré Stoffels, jarenlang actief voetballer bij R.I.O.S.’31 en samen met Peter Stephan succesvol trainer en de grondlegger van het Landskampioenschap, wordt aangesteld als de nieuwe voetbaltechnische man bij de Peyenaren. Financieel blijft het allemaal behelpen bij R.I.O.S.’31 en het idee wordt geboren om kienavonden te gaan organiseren teneinde de bodem van de schatkist weer enigszins bedekt te krijgen. In het seizoen 1978-1979 slaat het noodlot weer toe. R.I.O.S.’31 degradeert naar de 4e klasse, een absoluut dieptepunt in de geschiedenis van de vereniging. Zelfs het van stal halen van ex-R.I.O.S.’31 en ex-Sittardia-speler Jan Wolfs kan het tij niet keren. In het seizoen 1979-1980 neemt Jan Wolfs de touwtjes van Dré Stoffels over en gaat werken aan een totaal nieuw en jeugdig elftal. In het seizoen 1980-1981 viert R.I.O.S.’31 haar 50-jarig jubileum en aan het begin van de competitie zag het er zelfs naar uit dat een kampioenschap voor de selectie tot de mogelijkheden zou gaan behoren. Een prachtig jubileumgeschenk natuurlijk. Aan het einde van het seizoen moest er echter nog hard geknokt worden om degradatie te ontlopen.
In oktober 1983 vindt de officiële opening en inzegening plaats van de eigen club- en kleedaccommodatie in het Bandertcomplex. Deze accommodatie werd voor een niet onbelangrijk deel, met hulp van de gemeente Echt uiteraard, in eigen beheer gebouwd. En dat is iets waar R.I.O.S.’31 altijd goed in geweest is en nog steeds is: als er iets gerealiseerd moet worden zelf de handen uit de mouwen steken om zo de kosten te drukken. R.I.O.S.’31 had tot dat moment gebruik gemaakt van de lokaliteit die tegenwoordig in gebruik is als Kreatieve Werkplaats Banderthof: de voormalige boerderij Wienen aan de Wilhelminalaan. De voorzieningen aldaar waren uiterst sober en eigenlijk niet verantwoord voor een (voetbal)vereniging. Het in gebruik nemen van eigen kleedaccommodatie met kantine was dan ook een enorme stap voorwaarts. Sportief wist R.I.O.S.’31 zich voorlopig te handhaven in de 4e klasse van de K.N.V.B., maar echt soepel verliep het allemaal niet.
In het seizoen 1987-1988 gebeurt er iets wat niemand voor mogelijk had gehouden: het vlaggenschip van de Peyer voetbalvereniging degradeert naar de 5e klasse van de afdeling Limburg. Deze gebeurtenis mag zonder meer worden aangemerkt als het absolute en trieste dieptepunt in de historie van R.I.O.S.’31. Van gerenommeerde en alom gevreesde voetbalvereniging afgezakt naar de kelder van het amateurvoetbal en in competitieverband moeten gaan aantreden tegen clubs waarvan velen tot op dat moment het bestaan niet eens kenden. Gelukkig duurde het verblijf in de voetbalhades niet lang. Onder de bezielende leiding van trainer John Vranken werd rondom ex-VV-prof Willy Bothmer een team geformeerd dat er in het seizoen 1989-1990 al in slaagde om terug te keren in de 4e klasse van de K.N.V.B. Men had blijkbaar de smaak te pakken want in het seizoen 1990-1991 werd wederom het kampioenschap, met promotie naar de 3e klasse, in de wacht gesleept. Ditmaal stond de ploeg onder leiding van (wederom) Thei Vergoossen. Aan het begin van het seizoen 1992-1993 komt een tweetal ‘buitenstaanders’ bij R.I.O.S.’31 voetballen dat later van enorme waarde bleek te zijn: Igor Smeets en Patrick van Duynen. Igor Smeets hield het zelf 10 seizoenen uit in Pey en werd in die periode elk jaar clubtopscorer. Onder leiding van trainer Har Vergoossen, die overigens vroegtijdig moest opstappen, en coach Thei Vergoossen werd beslag gelegd op de titel in de 3e klasse C en was promotie naar de 2e klasse een feit. Zo was de neerwaartse spiraal richting afdeling in een relatief korte periode omgezet in een ongekende opmars naar de top van het amateurvoetbal. Har Vergoossen, inmiddels helaas overleden, is overigens een broer van de bekende trainer Sef Vergoossen die ook ooit zijn voetbalcarriere bij R.I.O.S.’31 begon. Hij speelde nog een aantal seizoenen in het 1e team. Later verwierf hij grote bekendheid en respect als trainer bij clubs als VVV, MVV, Roda JC en RC Genk.
Voor het seizoen 1993-1994 werd oud-R.I.O.S.’31-speler Ton Houben als trainer aangetrokken en fungeerde Thei Vergoossen wederom als coach. In de allereerste wedstrijd in de 2e klasse B stuitte R.I.O.S.’31 meteen op buurman E.V.V. De wedstrijd eindigde in een legendarische 7-1 overwinning voor de Peyenaren met vier doelpunten van Igor Smeets. Aan het einde van het seizoen stond R.I.O.S.’31 op een verdienstelijke 3e plaats op de ranglijst. In het seizoen 1994-1995 keert John Vranken weer terug bij R.I.O.S.’31 en samen met hem nieuwelingen als de spelbepalende spelers Roel Gubbels en Eric Mrowald. In het seizoen 1995-1996 behaalde R.I.O.S.’31 het kampioenschap in de 2e klasse met promotie naar de 1e klasse. De Limburgse amateurvoetbalwereld stond op zijn kop toen bekend werd dat John Vranken er in geslaagd was om de oud-MVV-ers Huub Driessen, Reginald Thal en Hans Linders naar R.I.O.S.’31 te halen. In het seizoen 1996-1997 speelde R.I.O.S’31, mét de drie oud-profs, zeer verdienstelijke wedstrijden in het kader van de Amstel Cup tegen Fortuna, MVV en Helmond Sport. In de reguliere competitie pakte R.I.O.S.’31 een periodetitel die verder echter niets opleverde. Een jaar later moest onder leiding van trainer-speler Geert Suylen weer een stapje terug worden gedaan naar de 2e klasse. Met ingang van het seizoen 1999-2000 kwam Math Schaepkens als trainer naar Pey en dat bleek een gouden greep te zijn. De selectie werd versterkt met dragende spelers als Roel Schreurs, Roy Niemans en Thijs Moonen. De eerst twee waren maar liefst zes seizoenen van grote waarde voor R.I.O.S.’31. Onder Math Schaepkens werd via een periodetitel meteen de finale van de nacompetitie gehaald en die moest uitgerekend worden afgewerkt tegen E.V.V. Voor 1600 toeschouwers trokken de Echtenaren met 1-2 aan het langste eind en promoveerden zij voor het eerst in hun geschiedenis naar de 1e klasse. In het seizoen 2000-2001 bereikte R.I.O.S.’31 onder Math Schaepkens wederom de finale van de nacompetitie en in de beslissingswedstrijd tegen SVC werd toen geen fout gemaakt: 7-1. R.I.O.S.’31 was wederom 1e klasser! In de seizoenen 2001-2002 en 2002-2003 bereikte Math Schaepkens met zijn selectie wederom de nacompetitie maar die leverde tegen sterke Brabantse tegenstanders verder niets op. Aan het einde van het seizoen 2003-2004 verkaste Schaepkens na vijf (!) succesvolle seizoenen bij R.I.O.S.’31 naar hoofdklasser Meerssen. R.I.O.S.’31 trok Hans van Tussenbroek aan als opvolger maar die samenwerking hield slechts een seizoen stand. Hij bracht wel de oud-Fortuna-speler René Maesen mee naar Pey en daar heeft R.I.O.S.’31 zowel op het veld als daarbuiten veel plezier aan beleefd. In het afgelopen seizoen stond oud-VVV-trainer Henk Rayer voor de groep maar dat bleek niet zo’n succes. Hij poetste voortijdig de plaat en zijn plaats werd opgevuld door speler Maurice Verberne als veldtrainer en Thei Vergoossen als coach. Dit stukje geschiedschrijving beoogt in geen geval compleet te zijn. Er is in vogelvlucht een reis gemaakt door de bewogen historie van de jubilerende Peyer voetbalvereniging. Als u zich na het lezen van dit geschrift een klein beetje een beeld kunt vormen van hoe het er in de loop der jaren bij R.I.O.S.’31 aan toe is gegaan is de schrijver dezes tevreden.